Er was eens een bal met drie grote gaten
Iemand dacht die kan ik niet ongevuld laten
Hij stopte zijn vingers er voorzichtig in
En van de sport bowlen was dat het begin
En oh wat een sport je lacht je uit de naad
Als de bal niet goed of totaal verkeerd gaat
Hij rolt en hij tolt en voor je het weet
Mis je al die pins totaal en compleet
Daarom ga ik het liefst door de knietjes
Ik weet wel die pose, die is voor mietjes
Maar zo'n oude knakker moet toch iets
Da's dus de meisjes worp en anders niets
Jij bent in tegenstelling tot de Sint
En een bowlkanjer die af en toe wint
Ja niet elk potje dat zou wat zijn
Maar zo af en toe winnen dat is ook fijn
Natuurlijk heb ik voor jou een nieuwe bal
Die ik ontzettend mooi voor je inpakken zal
Voor het geval dat je graag meer had gehad
Zit er in de bal zeker nog wel wat
Surprise tip:Nog geen surprisetip bij dit gedicht?
Help mee... stuur je surprise tip naar
tips@dichtpiet.nl