gedichten
     Nieuwe Dromen
    Bij jou zijn
    Kind verloren
    Vechten
    Lachend
    De mens
    DROMEN
    Verse start
    De muur
    Muziek
    De wandeling
    Just a memory and a ...
    Oma
    Aan oma
    Onzin


 
Aan oma
Iemand vroeg me deze week of ik goede zin had
Van de ene kant had ik dat wel, omdat u in m'n hoofd zat
Uw brede lach of de lieve strenge blik in uw ogen
Zitten in m'n hoofd in flits en foto van tijden nu vervlogen

Momenten die ik nooit zou willen ruilen
Nu kan ik enkel glimlachen, strakjes ga ik huilen

Ik heb nu zo'n warm gevoel waarvan ik niet vind dat het fout is
Een warm gevoel van binnen, terwijl het buiten koud is
De warmte van't geluk dat ik u heb mogen treffen
Geluk dat ik pas op het laatst echt heb kunnen beseffen

Ik wil me nog even in die warmte verschuilen
Ik krijg het straks wel door, strakjes ga ik huilen

Maar tranen zitten vast, ze willen wel naar buiten
Toch hebben m'n ogen nog niets kunnen besluiten
Omdat in mijn hoofd herinneringen vrolijk lachend spelen
Herinneringen die ik met u heb mogen delen

Die verwarring in m'n hoofd, laat m'n lippen pruilen
Het zal vast niet lang meer duren, strakjes ga ik huilen

Snel, voordat u mijn woorden niet meer kunt verstaan
Als ze als een schip in't brok in m'n keel zijn vergaan
Alles is zo goed geweest, uw lessen waren wijze
We hadden ''glück bei der Frau*'', hebt u weten te bewijzen

* Bij deze uitdrukking hoort de volgende anekdote:

Dit liedje en deze anekdote waren bij elk familiefeest het hoogtepunt, vroeger begon mijn opa te spelen maar al ruim 15 jaar zette mijn oom het liedje in op de piano. Mijn oma vertelde dan vol passie het verhaal en iedereen hing elk jaar weer even geboeid aan haar lippen.

Een hele tijd geleden tijdens de oorlog liep mijn Opa met mijn Oma langs een laan met prachtige lindes. Het was een schitterende heldere dag en Duitsers te paard waren in een colonne volledig in hun sjeike pakken aan het paraderen. De generaal (hij kreeg elke vertelling een hogere functie) die in zijn statige uniform, ondanks zijn Duitsheid, iets moois en zuivers over zich had, zag mijn opa en oma arm in arm lopen.
Hij draaide zich op zijn paard om en keek mijn opa aan. Een glimlach verscheen op zijn gezicht en hij haalde diep adem.

"Du hast gluck bei der Frau, belle amis" zong hij mijn opa toe; "so viel gluck bei der frau, belle amis Du bist nicht schön, doch charmant, du bist nicht gluck doch sehr galant, bist kein held nur ein man der gefält..."

zo gaat het liedje nog even verder maar ik heb de duitse taal al genoeg verprutst...

Veel schrijfplezier